top of page

Recente activiteiten

La Lirica Italiana

logo_dante comitato di Maastricht_edited_edited_edited_edited.jpg

Op woensdag 27 november 2024 werd de traditie van een concert met Italiaanse liederen weer opgepakt, een traditie die in de covid periode werd onderbroken.

De docent klassieke zang aan het conservatorium van Maastricht de heer Axel Everaert had speciaal voor Dante Alighieri – Maastricht een programma samengesteld met opera- en andere liederen van de meest beroemde Italiaanse componisten. Wij kregen werken te horen van onder meer Rossini, Scarlatti, Donizetti en Verdi. 14 zangers, van allerlei nationaliteiten, in verschillende stadia van hun opleiding (van 1e jaars tot Master 2) met allemaal prachtige stemmen, verwenden onze oren met deze muziek.

Zij werden in niet minder dan 17 stukken op de piano begeleid door Abigail Richards. Ook een hele prestatie om in anderhalf uur zoveel verschillende stukken te spelen en daarbij de studenten bij hun zang de nodige steun te geven.

De zaal met zo’n 60 bezoekers was zeer enthousiast over deze optredens. Ook de zangers waren enthousiast en er is al gesproken over het volgend jaar voortzetten van deze traditie.

Namens Dante Alighieri – Maastricht bedankten wij alle betrokkenen met een feestelijke fles Italiaanse bubbels.

Peter Rawie

Carnevale

carnaval.png

Donderdag 21 november kwam Dante Alighieri -Maastricht bijeen voor een lezing over het fenomeen carnaval.

Zo’n 40 leden volgden met veel belangstelling het door Claudia Campagna in het Italiaans vertelde verhaal van de geschiedenis van het carnaval en over de wijze waarop dat op verschillende plekken wordt gevierd. Daar kwamen veel interessante feiten en weetjes bij aan de orde met name over het carnaval in Venetië.

Het carnaval is in wezen een voortzetting van de viering van de cyclus van het leven, zoals die ook in oude culturen (Romeins, Grieks en Egyptisch) plaats vond en ook in dezelfde periode van het jaar als toen al het geval was. Het carnaval had daarbij veelal een verbinding met de scheepvaart. In optochten speelde een schip vaak een belangrijke rol. Van de “Carrus Navales” zou het woord carnaval afgeleid zijn, maar daarvoor bestaan ook veel andere verklaringen, zoals de term “carne vale” die verwijst naar de vastentijd.

In Venetië werd het carnaval in 1094 een officieel feest. Reden hiervoor was onder meer om het volk rustig te houden met zo af en toe een feest, om de zorgen te vergeten. Rond 1300 duurde het carnaval in Venetië wel 6 weken, binnen welke periode het Fiesta delle Maria het hoogtepunt vormde.

In 1500 verandert het carnaval in Venetië van karakter. Was het eerst een volksfeest, vanaf toen werd het meer iets voor de bovenlaag van de bevolking met besloten barokke feesten. Belangrijk daarbij was het dragen van een masker, ook tijdens het in de carnavalsperiode toegestane gokken in een casino en tijdens het bezoek aan de theaters en bordelen. Men wilde daar vooral niet herkend worden en daarom werd er meestal ook niet gesproken.

In 1797 schafte Napoleon het carnaval in Venetië af. Hij vond het maar niets al die achter maskers rondlopende figuren, die misschien wel kwaad in de zin hadden.

Pas in 1979 werd het carnaval in Venetë in ere hersteld, maar gelukkig was het carnaval inmiddels ook uitgewaaierd over een groot deel van Europa en Noord- en Zuid- Amerika.

Veel andere plaatsen in en buiten Italië kwamen deze avond aan de orde met hun specifieke manieren van carnaval vieren en de daarbij behorende speciale gerechten.

Peter Rawie

De Biënnale van Venetië "Foreigners Everywhere"

Dante, foto.jpg

Op 16 oktober 2024 komen 41 geïnteresseerden naar de lezing over de Biënnale van Venetië door Ko van Dun, expert op het gebied van kunst en cultuur. Het thema van de Biënnale dit jaar luidt: “Foreigners everywhere”. De titel is geïnspireerd op neonsculpturen die in 2004 zijn gemaakt door het collectief Claire Fontaine, met de tekst Foreigners Everywhere. Deze naam komt van een groep activisten/anarchisten die streden tegen racisme.

De eerste editie van de Biënnale is in 1895; oorspronkelijk met één centraal gebouw. Inmiddels zijn er ook exposities in de paviljoens in de Giardini en het Arsenale. Daarnaast zijn er nog eens verschillende paleizen en kerken bij betrokken. Zo heeft Berlinde van de Bruyckere een installatie in de kerk San Giorgio Maggiore. Haar werk laat de moderne mens zien die zich enigszins verloren voelt door onder andere corona en vervreemding. De kerk vertolkt de ruimte tussen hemel en aarde, waarmee zij aangeeft dat de kunst van nu de kunst van alle tijden is.

Ko van Dun legt uit dat het niet verwonderlijk is dat de Biënnale in Venetië is ontstaan. Venetië is als staat lange tijd onafhankelijk geweest en de stad Venetië was in de 14e eeuw de belangrijkste haven van Europa. De stad kenmerkt zich als vooruitstrevend en vrij. Kunst en cultuur uit heel Europa kwam in Venetië bijeen. De positie van de stad als grootste havenstad wordt uiteindelijk overgenomen door Amsterdam. Terwijl deze laatste stad zich vooral op de zeehandel richt, richt de Italiaanse stad zich op de handel aan de kust.

Na de eenwording van Italie wil Venetië zichzelf op de kaart zetten en zet de Biënnale op als een soort wereldtentoonstelling.

De curator van de expositie in 2024 is Adriano Pedrosa. Zijn visie op de inrichting van de expositie is ‘oog krijgen voor een ander perspectief’. Daarom worden enkel niet-Westerse kunstenaars en collectieven van kunstenaars (300 in totaal) uitgenodigd. Het centrale gebouw van de expositie wordt volledig beschilderd door een collectief uit het Amazone gebied

Meer dan 80 landen hebben in de loop der jaren een paviljoen gebouwd in de Giardini. Elk paviljoen wordt gecureerd en gefinancierd door het betreffende land. Om het perspectief van deze biënnale te visualiseren wordt bijvoorbeeld het paviljoen van Frankrijk ingericht met kunst van Martinique, een departement van Frankrijk. Het Nederlandse paviljoen (ontworpen door Rietveld) is gevuld met beelden van chocola door een collectief dat in Congo actief is. Hun doel is de natuur te herstellen na de aantasting ervan door Unilever.

Maar wat maakt kunst nu tot kunst? Kunst spreekt de taal der verbeelding. Zo laat Archi Moore, aboriginal, in het Australisch paviljoen stapels rechtbankdocumenten zien, lijkschouwerrapporten en archiefstukken die verwijzen naar zijn voorouders en hun verwanten om te laten zien hoe koloniale wetten en overheidsbeleid al lang aan First Nations-volkeren zijn opgelegd. Deze bureaucratische papieren documenteren die tragedies.

Ook op de huidige expositie zijn politiek en de verschillende crises voelbaar. Zo heeft Rusland zijn paviljoen ‘uitgeleend’ aan Bolivia en is het paviljoen van Israel gesloten.

Die invloed roept de vraag op hoe de Biënnale van 2026 eruit zal gaan zien. De invloed van een rechtse wind is aanwezig terwijl kunstenaars eerder links georiënteerd zijn. Het is dan ook af te wachten wat er gebeurt. De nieuwe voorzitter van de Biënnale, een rechtse journalist en Berlusconi-fan, heeft de opdracht van Meloni gekregen om de Biënnale van Venetië ‘minder links’ te maken. Echter, kunst bezit verbeeldingskracht en onttrekt zich daarmee aan de politieke agenda. Kunstwerken kunnen je blik kantelen, al naar gelang het perspectief (Sacha Bronwasser).

 

Annette Schade

Het fenomeen Elena Ferrante

logo_dante comitato di Maastricht_edited_edited_edited.jpg

Woensdag 17 april 2024 waren wij opnieuw te gast bij Boekhandel Dominicanen waar zo’n 50 leden en belangstellenden de lezing bijwoonden die Carmen van den Bergh gaf over het fenomeen Elena Ferrante.

Carmen van den Bergh, universitair docent Italiaanse Letterkunde aan de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Leiden, werd geïntroduceerd door onze docent Cristiano Amendola.

Elena Ferrante is het pseudoniem van een verder onbekend persoon.

Elena Ferrante schreef verschillende boeken en kreeg wereldwijd bekendheid met de serie De Geniale Vriendin. Vooral in de Verenigde Staten is zij daarmee een grootheid geworden. In Italië zelf is minder sprake van grote bekendheid, daarin spelen een aantal zaken mee:

- De boeken worden uitgegeven door de relatief kleine uitgeverij E/O die voornamelijk detectives uitgeeft.

- De boeken van Elena Ferrante worden in Italië nauwelijks erkend als literair werk.

- De Tv-serie De Geniale Vriendin werd in het Napolitaans gesproken en moest dus voor de rest van Italië ondertiteld worden, ook niet iets waarmee je een “groot” Italiaan wordt.

 

Op allerlei manieren is geprobeerd te achterhalen wie er achter de naam Elena Ferrante schuilgaat, of schuilgaan.

Zo werd geprobeerd de identiteit te achterhalen door alle gebeurtenissen, personen en locaties die in de boeken worden genoemd met elkaar in verband te brengen. Daarmee kwam men bij een bepaalde persoon uit, maar die ontkende ten stelligste. Maar ja, de verhalen zijn natuurlijk ook fictie.

Een ander onderzoek ging uit van de schrijfstijl en vergeleek die met de stijl van andere, wel bekende schrijvers. Ook dat leidde niet tot een onweerlegbare conclusie. Als de persoon achter Elena Ferrante niets anders dan onder deze naam geschreven heeft, viel er natuurlijk ook niet veel te vergelijken.

Zelfs het hacken van de computer van de uitgever om naar de geldstromen te kijken (naar wie gingen de royalty’s?) leverde niets op, dat was goed verborgen.

In 2021 ontving Elena Ferrante de Belle van Zuylenring, een Nederlandse literaire prijs. Ferrante was daar heel blij mee, maar liet de ring door anderen in ontvangst nemen.

Carmen van den Bergh vermoedt dat achter de naam Elena Ferrante een duo schuilgaat; Anita Raja, een vertaler en uitgever en haar partner Domenico Starnone, een succesvol auteur van wie ook verschillende boeken in Nederlandse vertaling zijn verschenen.

Of Carmen gelijk heeft zullen we misschien ooit nog eens horen. De aanwezigen hadden in ieder geval een heel interessante avond.

Koffiebars en carabinieri

Schermafbeelding 2024-01-12 om 19_edited.jpg

Woensdagavond 20 maart 2024 kwamen 40 leden naar Boekhandel Dominicanen voor de lezing door Miriam Bunnik.

Miriam Bunnik reisde als 16-jarige voor het eerst naar Italië. Taalgericht als zij toen al was, viel zij direct voor de Italiaanse taal en nam zich voor die te gaan leren spreken. Dat voornemen mondde uit in een universitaire studie Italiaans waarna zij de taal ging praktiseren als vertaler van Italiaanse literatuur en andere teksten.

Aan de hand van het door haar geschreven boek “Koffiebars en Carabinieri” vertelde zij over minder bekende aspecten van een aantal iconen van het moderne Italië die iedereen wel kent: Pisa, Pizza, Pasta, Vespa, Dante, Pinocchio, de Tabacchi en de Feltrinelli.

In haar boek komen er nog veel meer aan de orde.

Na haar lezing ontstond er een leuke uitwisseling van ervaringen en indrukken die de aanwezigen zelf met Italië hebben.

 

Peter Rawie

ALV en lezing Siciliaanse Toestanden

7fd7d217-f2b2-4f3d-98df-3bed3c638c2d_edited.jpg

Op woensdag 21 februari 2024 kwamen zo’n 40 leden en introducés bijeen voor de jaarlijkse Algemene Leden Vergadering én voor de aansluitende lezing door Roberto Pennino.

Tijdens de ALV werd Annette Schade door de vergadering benoemd tot voorzitter van Dante Alighieri – Maastricht.

Roberto Pennino gaf een lezing naar aanleiding van zijn boek “Siciliaanse toestanden”

Roberto’s vader kwam in de jaren ’60 naar Nederland om zijn in de mijnen werkende broer te bezoeken en besloot in Nederland te blijven. Roberto is in Heerlen geboren en opgegroeid en daar nu ook werkzaam. Met regelmaat bezoekt hij Sicilië en kent daardoor de sfeer van dit eiland heel goed.

Anders dan de titel “Siciliaanse toestanden” misschien doet verwachten, hield deze lezing niet een opsomming in van wat er allemaal mis zou zijn in Sicilië.

Roberto vertelde over allerlei aspecten van het leven op Sicilië. Zowel in het recente verleden als in het heden.

Hij deed dit heel ontspannen en kon bij nagenoeg ieder verhaal een relatie leggen met zijn voorouders óf met zijn in Sicilië wonende familieleden.

Zo kregen wij een in het perspectief van de Sicilianen geplaatst beeld van gewoontes en gebeurtenissen op dit eiland met een grote historie. Een historie die daar nog makkelijk is terug te vinden.

Het boek “Siciliaanse toestanden” is verkrijgbaar bij Boekhandel Dominicanen, die ons ook voor deze lezing weer gastvrijheid boden in hun prachtige winkel in Maastricht.

 

Peter Rawie

Filmavond met C'è ancora domani.

Lumiere_Cinema_Maastricht-3f792eca.jpg

Donderdagavond 18 januari 2024 vonden zo’n 60 leden en introducees hun weg door de sneeuw naar Lumière Cinema voor onze jaarlijkse filmavond.

Lumière Cinema maakte het ons mogelijk om een unieke voorpremière te beleven van de in Italië zelf zeer succesvolle film “C'è Ancora Domani” 

De artistiek leider van Lumière, David Deprez, gaf een korte inleiding op de film en bedankte Dante Alighieri – Maastricht voor de al vele jaren bestaande samenwerking.

De film werd door de aanwezigen als heel bijzonder ervaren. De in zwart/wit gemaakte opnames van de bewoners en hun buurtje in het Rome van 1946 zijn prachtig en zijn een weergave van een tijdsbeeld, dat we ons nauwelijks nog kunnen voorstellen.

Het verhaal gaat over een vrouw die door haar echtgenote wordt mishandeld en vernederd. Zij ondergaat dat ogenschijnlijk lijdzaam om het gezin overeind te houden, maar er daagt hoop op verbetering, morgen.

Of die morgen gekomen is, is nog maar de vraag gezien de enorme belangstelling voor dit verhaal in het Italië van vandaag.

Heeft u onze vertoning gemist? Vanaf midden maart 2024 komt de film in het reguliere programma van Lumière Cinema. De trailer vindt u hier.

 

Peter Rawie

Unesco werelderfgoed in Italië

e7248b76-21ab-4abb-9ae3-a3f30df9e995.JPG

13 december 2023 Unesco werelderfgoed in Italië

Voor een publiek van zo’n 60 personen hield Nico Nelissen een lezing over dit onderwerp, waarin hij eerst het ontstaan en het belang van de Unesco werelderfgoedlijst besprak.

De Unesco werd na de Tweede Wereldoorlog opgericht als onderdeel van de Verenigde Naties.

Haar eerste succes beleefde de Unesco in 1959 met het veiligstellen van het Abu Simbel complex in Egypte, dat zonder deze actie zou zijn verdwenen in het water van een aan te leggen stuwmeer.

In 1972 werd het Wereld-erfgoed-verdrag gesloten dat is bedoeld om "cultureel en natuurlijk erfgoed dat van unieke en universele waarde is voor de mensheid, beter te kunnen bewaren voor toekomstige generaties".

Landen dragen zelf locaties voor om in de Werelderfgoedlijst te worden opgenomen. Als dit na een strenge beoordeling door deskundigen is gebeurd krijgt het betreffende land de verplichting om te zorgen voor behoud en onderhoud van dat erfgoed. Financiële ondersteuning wordt daarbij door de Unesco niet gegeven.

Wereldwijd staan nu zo’n 1.200 objecten (culturele e/o natuurmonumenten) op de lijst.

Italië is het land met de meeste objecten. 58 in totaal. Zowel het land, als de regio’s en de steden van Italië hechten grote waarde aan juist hún erfgoederen en zien die dus graag op de lijst terug.

In het vervolg van de lezing nam Nico Nelissen ons mee langs de Italiaanse objecten op de Werelderfgoedlijst.

Veel bekende plekken natuurlijk zoals, de historische centra van Rome, Napels, Florence, Palermo en Bologna, maar ook minder bekende locaties zoals Villa Romana, Syracuse, de préhistorische paalwoningen in de Italiaanse Alpen, de rotstekeningen in Valcamonica, de Villa d’ Este in Tivoli en Crespi d’ Adda.

Een zeer onderhoudende lezing die de bezoekers terugbracht naar plaatsen die ze eerder hebben bezocht en inspiratie gaven voor bezoeken aan nog onbekende werelderfgoederen.

 

Peter Rawie

Lezing van Onno Kleyn

5ee56f30-ab1c-42bc-a210-b87239e52af9.jpg

Voor een gehoor van ruim 50 belangstellenden gaf Onno Kleyn, een gerenommeerd culinair journalist en schrijver van diverse kookboeken op 15 november 2023 een lezing over “De ziel van de Italiaanse keuken” in de Dominicanen Boekhandel in Maastricht.

Met name over de Italiaanse, Franse en Spaanse keuken heeft Onno veel boeken geschreven.

Onno staat bekend om zijn passie voor eten en wijn en heeft gedurende zijn carrière veel bijgedragen aan de Nederlandse culinaire scene.

Het bekendst is Onno Kleyn van zijn columns en artikelen in de Volkskrant, waar hij èèn van de bijdragers is van “de Volkskeuken”.

Vraag het de uitgevers van kookboeken: Italië staat bovenaan de lijst met populairste onderwerpen. Maar wat is die Italiaanse keuken nu?

Culinaire principes

Wie van de kookliefhebbers herinnert het zich niet: Jamie Oliver die in Italië op grote weerstand stuit als hij zijn creativiteit loslaat op bekende recepten. Zijn de Italianen zo traditioneel als het om eten gaat? En is de Italiaanse keuken herkenbaar, zijn er algemene patronen en principes zichtbaar?

Het zijn de Italianen zelf die roepen dat er niet zoiets bestaat als ‘de’ Italiaanse keuken. Italië bestaat als staat pas sinds 1870. Daarvoor was het een rommeltje van landen en staatjes. De verschillen in gewoontes en voorkeuren, waren groot. Toch zijn er duidelijke, algemene culinaire principes:

In de Italiaanse keuken gaat het om betrekkelijk weinig, maar zeer secuur uitgevoerde kooktechnieken (bijvoorbeeld het ‘al dente’ koken) in combinatie met grote aandacht voor de ingrediënten. ‘What you see is what you taste’ is het uitgangspunt, en omgekeerd geldt dat ook: wat je proeft moet je kunnen zien, herkennen.

 Historie

Nadat Italië in de Renaissance het culinaire voortouw had genomen in Europa, verschoof in de 17e eeuw de focus naar Frankrijk. Chic tafelen werd Frans, ook in Italië, en het was pas na de unificatie in de 19e eeuw dat men probeerde om dat Franse gastronomische juk af te schudden.

In de Franse keuken, waar koks al eeuwen de dienst uitmaakten, was de techniek heel belangrijk. In het streven naar een nationale identiteit richtten de Italianen zich op de eigen culinaire tradities. En die berustten niet bij koks maar bij huisvrouwen, die geen zin hadden in te veel gedoe. Goed kiezen van de juiste ingrediënten kwam zo voorop te staan. Het was trouwens een man, Pellegrino Artusi, die in 1891 het kookboek De wetenschap in de keuken en de kunst om goed te eten uitbracht (met heel veel door vrouwen ingezonden recepten), dat de Italiaanse keuken zijn gezicht gaf.

 Tradities

Eetgrage Italiëgangers weten precies hoe een maaltijd eruitziet: vooraf de ‘primo’, koolhydraten in de vorm van pasta, risotto of maaltijdsoep, daarna de eiwitten als ‘secondo’: vlees of vis met groente. Maar die vorm is nog niet eens zo oud; bij Artusi komt hij niet voor. Ook de tradities waar Jamie Oliver zijn neus aan stootte zijn vaak minder oud dan door veel Italianen wordt gedacht. Carpaccio, tiramisù, spaghetti carbonara, het zijn recepten van na de Tweede Wereldoorlog. De Italiaanse keuken verandert dus wel degelijk, maar voor een niet-Italiaan is het heel moeilijk te zien waar de ruimte voor vernieuwing begint en ophoudt.

 

 

Pasta

Verse en gedroogde pasta zijn in Italië zeer oud. De eerste schriftelijke bewijzen hebben we uit 1154, anderhalve eeuw voor de memoires van Marco Polo gepubliceerd werden, en er zijn aanwijzingen dat de Romeinen al pasta kenden in de vorm van vellen of repen deeg. In de 18e eeuw werd spaghetti volksvoedsel in Napels, doordat door mechanisatie de prijs sterk gedaald was. De acceptatie van gedroogde pasta als basisvoedsel is pas in de 20ste eeuw voltooid.

Basis van de Italiaanse pasta is de durumtarwe, een andere plantensoort dan de broodtarwe. Alleen van het durummeel kun je de pasta drogen tot hij bijna onbeperkt houdbaar is, terwijl de taaie eiwitten voor vormvastheid zorgen.

Het ‘al dente’ koken – ‘aan de tand’, waarmee bedoeld wordt dat hij bijna, maar nog niet helemaal gaar is en dus een zekere beet heeft – is iets wat met de cultuur van de droge pasta vanuit Zuid-Italië naar het noorden is gereisd en daar pas in de 20ste eeuw arriveerde.

 Pasta met een lepel?

Geen Italiaan draait zijn spaghetti met zijn vork in een lepel. Daarmee kwalificeer je je als buitenlander. Zelf draaien ze hem lepelloos op het bord, met alleen de vork. Kunstig!

 Antipasta?

Een hapje voor de ‘echte’ maaltijd begint (met een ‘primo’) heet een antipasto: anti = voor, pasto = maaltijd. En niet antipasta.

 Tomaten

Geen Italiaanse keuken zonder tomaten. Het was echter pas in de 18e eeuw dat de van oorsprong uit Amerika afkomstige tomaat als ingrediënt populair werd, rond Napels. De grote doorbraak in Midden- en Noord-Italië kwam eind 19e eeuw, toen fabrieken in het zuiden en bij Parma gepelde pruimtomaten in blik gingen stoppen. Deze ‘pelati’ maakten het mogelijk om ook buiten de zomer goedkope tomatensaus te maken.

 Parmezaan

Geraspte kaas vormt een essentiële smaakgever in de Italiaanse keuken, zowel op tafel, over de pasta en de soep, als in gerechten voor ze op tafel komen. De reden is dat oude kaas natuurlijk gevormde smaakversterkers bevat. De top in kaasland is de Parmigiano Reggiano uit Noord-Italië, meteen gevolgd door Grana Padano, eenzelfde type kaas met iets minder concentratie. Naar het zuiden toe regeren van oudsher de harde schapenkazen, Pecorino’s.

 Olijfolie

Ook vroeger was olijfolie een kostbaar ingrediënt. Armere Italianen – en daar waren er ooit heel veel van – gebruikten reuzel in de keuken. In het noorden van het land was boter populairder dan olijfolie. Maar met de welvaart groeide ook binnen Italië het gebruik van steeds betere extra vergine. Inmiddels denken zelfs veel Italianen dat olijfolie altijd al voor alles gebruikt werd.

 Pizza

Pizza komt uit Napels, en de triomf daarvan is van na de Tweede Wereldoorlog. Het succes is in Noord-Italië te danken aan immigranten uit het zuiden en aan de toeristen. Amerikanen hadden als eerste kennis gemaakt met het Napolitaanse eten, en vroegen ernaar in Venetië en Florence. Nog altijd serveren ‘echte’ restaurants en trattoria’s geen pizza – het is het Italiaanse antwoord op McDonalds. Vandaar dat de ‘traditie’ wil dat je er bier of cola bij drinkt.

 Nederland-Italië

Wat is er nu populair in Nederland: de Italiaanse keuken of ons idee daarvan? Het laatste natuurlijk. Geen Italiaan zal zich herkennen in onze schaal blote macaroni of spaghetti met een kom rode saus ernaast; in Italië wordt pasta steevast in de keuken met de saus gemengd. Dat dat voor veel Nederlanders overkomt als een onbelangrijk detail is een illustratie van het enorme verschil in culinaire cultuur. Zo’n ‘detail’ namelijk bepaalt voor Italianen de smaak.

Risotto is in Italië schijnbaar niets meer dan een bord vochtige rijst, iets waar Nederlanders al snel met verbazing naar kijken. Voor ons is rijst een bijgerecht; zelfstandig kan het niet geserveerd worden.

 Test jezelf, waar ligt de bakermat van:

– spaghetti met gehaktballetjes: Amerika

– grote punten gerezen panpizza: Amerika

– spaghetti bolognaise : Frankrijk (in Bologna eet men geen spaghetti)

– spaghetti carbonara met room: Frankrijk

– spaghetti Alfredo (uit een uitgeholde Parmezaan): Amerika

 Alle hens aan dek

De Italianen hebben een haat-liefdeverhouding met hun culinaire succes; de culinaire verbasteringen in het buitenland zorgen voor toerisme en de export van pasta en andere voedingswaren. Trouwens, de vieze blikken ravioli van Buitoni komen toch echt ook uit Italië. Maar tegelijk kunnen we ons goed voorstellen dat Italianen vinden dat de wereld een loopje neemt met hun keuken. Om daar wat aan te doen organiseert de ItChefs, Gruppo Virtuale Cuochi Italiani, waarvan koks binnen en zeker ook buiten Italië lid zijn, jaarlijks een internationale dag waarbij één klassieke bereiding centraal staat. Afgelopen jaren waren dat risotto, pesto, ossobuco, tagliatelle al ragù bolognese en spaghetti alla carbonara, dit jaar was het tiramisù. En uiteraard wordt er juist niet verwacht dat de chefs variëren op het thema, maar juist dat ze ‘het’ recept uitdragen.

Enige tijd geleden verscheen de eerste gids van Italiaanse restaurants in Nederland, Italia a Tavola (verkrijgbaar via www.italieinbedrijf.nl). Reden was volgens de makers dat de andere restaurantgidsen en websites de Italiaanse keuken niet goed kunnen beoordelen. Inmiddels zijn er belangstellende eetliefhebbers geworven die door Italianen getraind gaan worden in het verwerven van de ware blik en het recenseren van restaurants, om zo de gids in de toekomst uit te bouwen.

Na een uiterst interessante lezing van Onno Kleyn was er nog een signeersessie van zijn kookboeken en werd de avond besloten met een goed glas Italiaanse wijn.

Hans Dohmen

Nazaten van Leonardo: Italië’s autowereld in de 20e eeuw

Illustratie William Rossi.jpeg

Op 18 oktober hield Kees van Stokkum een voordracht over de Italiaanse autowereld in de 20e eeuw. Kees van Stokkum is vanaf 1967 in diverse functies werkzaam geweest in de wereld van Italiaanse automobielen, zowel bij dealers als importeurs (Alfa Romeo, Maserati, Ferrari). In 1982 richtte hij zijn eigen onderneming op, Italauto in Achterveld, als reparatiebedrijf voor speciale Italiaanse auto’s. Daarnaast is Kees ook altijd bezig geweest met onderzoek naar de historie van de Italiaanse autowereld.

 

Voor een gehoor van 35 personen (niet alleen mannen) beschreef Kees het ontstaan van deze industrie in Italië, ondanks het feit dat dit land helemaal geen grondstoffen bezat hiervoor. Wel had Italië veel ingenieurs en technici in huis. Kennis werd onder meer vergaard door zich in te kopen in buitenlandse autobedrijven (bv in Frankrijk).

De auto-industrie bevond zich in en om de steden Turijn, Milaan, Modena en Bologna.

Terecht werd er de vraag gesteld waarom deze bedrijven allemaal in Noord-Italië gevestigd waren en niet in midden- of Zuid-Italië. Alfa Romeo had inderdaad een fabriek voor de productie van Alfasud in Pomigliano d’Arco geopend, nabij Napels, maar door sabotage van het eigen personeel is dat geen succes geworden. Deze sabotage werd gevoed door organisaties die deze mensen voor andere doeleinden nodig hadden.

Interessant om te horen was dat de Italiaanse maakindustrie beïnvloed werd door de politiek in dit land, de opkomst van Mussolini, de 2e Wereldoorlog, waarbij grondstoffen voor andere maakindustrieën nodig waren (oorlogstuig etc.). Na de 2e Wereldoorlog was Italië het eerste land dat gebruik maakte van de Marshallhulp. Veel van die hulp werd in de op dat moment slecht draaiende auto-industrie gestoken, waarbij de gedachte was dat het beter was om werkgelegenheid te bevorderen en grote werkeloosheid te voorkomen.

Ook werd de vraag gesteld hoe het momenteel gaat met het eens zo grote Fiat. Dit familiebedrijf brengt zelf weinig tot de verbeelding sprekende modellen op de markt, maar via investeringen in andere Italiaanse topmerken, heeft de familie nog steeds een grote vinger in de pap.

Marc Permeke lezing over Gian Lorenze Bernini

f890865_w220_bernini.jpg

Bernini-lezing 13 september 2023

 

Nadat Marc Permeke eerder een lezing over Caravaggio heeft gegeven, is hij deze keer door Dante Maastricht uitgenodigd om te spreken over Bernini. In de voordracht geeft hij een beeld van de veelzijdigheid van deze beeldhouwer, architect, scenograaf, schilder, enz. Vandaag de dag zouden wij Bernini een echte workaholic noemen. Al op zeer jonge leeftijd valt zijn enorme talent als beeldhouwer op. Hiervan getuigt het beeld ‘De geit Amalthea en de kleine Zeus’, dat hij als 11-jarige jongen maakt. Het is alsof hij het marmer kneedt onder zijn handen en dan is het volgens zijn zoon ook nog in één keer goed. In zijn gehele carrière spelen pausen een belangrijke rol. Zij zijn de belangrijkste opdrachtgevers. Zo geeft Scipione Borghese, op dat moment nog kardinaal en groot kunstliefhebber, Bernini verscheidene opdrachten voor de Galleria Borghese. Paus Urbanus VIII wilde van Bernini een uomo universalis maken, een kunstenaar die van alle markten thuis is.

Door zijn veelzijdigheid brengt Bernini nieuwe elementen in de beeldhouwkunst zoals te zien is bij het Altare della Confessione en het baldakijn in de St. Pieter, een samensmelting van architectuur en beeldhouwkunst. In de Santa Maria della Vittoria weet hij met zijn groep Extase van de Heilige Theresia een grote eenheid tussen architectuur en sculptuur te bereiken: alles is afgestemd op het drama dat zich op het altaar afspeelt. Een kenmerk van de barok te weten beweeglijkheid weet hij op sublieme wijze aan te brengen bij de zuilengang van het St. Pietersplein. Op bepaalde punten lijkt de galerij slechts uit één reeks zuilen te bestaan maar van die plaatsen weg lopend worden rijen twee en drie ook zichtbaar.

Bernini krijgt een affaire met de jonge Costanza Bonarelli, die ook met zijn broer een relatie blijkt te hebben. Bernini ontsteekt in woede en er volgt een gevecht. Zijn broer wordt verbannen, Costanza belandt in de gevangenis en Bernini krijgt een geldboete, die door de paus wordt kwijtgescholden. Uiteindelijk huwt Bernini met de 22-jarige Caterina Tezio en ze krijgen 11 kinderen.

 

Annette Schade

Fine Stagione: Cinque Voci

cinquevoci.jpg

Woensdag 19 april 2023 waren wij, voor de laatste culturele avond van dit seizoen, weer te gast bij Boekhandel Dominicanen. Altijd een mooie entourage, maar voor deze avond wel heel geschikt.

In de prachtige ambiance van de Dominicanerkerk trad voor bijna 50 leden en hun introducees het kwintet Cinque Voci op en liet ons een aantal madrigalen van Claudio Monteverdi (1567-1643) horen. Ook voor het kwintet was het een bijzondere avond, want het was het laatste concert in deze vorm. Na zich een aantal jaren in het leven en de muziek van Monteverdi te hebben verdiept en die ook te hebben uitgevoerd kiezen zij voor de komende jaren voor weer andere muzikale uitdagingen.

Uit de presentatie en de madrigalen die zijn voor ons zongen, bleek hun grote inzet en belangstelling voor deze muziek en het ontstaan daarvan. Vooral de oudste stukken, waar elk van de vijf zangers gelijktijdig iets anders zongen, moeten een moeilijke opgave zijn geweest, maar die stukken werden perfect uitgevoerd.

Een mooie seizoen afsluiting.

 

Peter Rawie

De filmische verbeelding van Dante’s Goddelijke Komedie

Nieuwe notitie.jpeg

Donderdag 23 maart 2023 verzorgde Kevin Thoma voor ons een lezing over “De filmische verbeelding van Dante’s Goddelijke Komedie”.

Kevin Thoma, die de meeste van ons kennen als filmrecensent voor de Volkskrant, presenteerde ons filmbeelden die op het grote scherm van Lumière Cinema goed tot hun recht kwamen. Hij stelde dat Dante’s tekst heel beeldend is geschreven en dat elke lezer zich een voorstelling kan maken van de beschreven plaatsen en gebeurtenissen. Ideaal voor cineasten.

In de cinema is van het werk van Dante vooral De Hel veelvuldig gebruikt. Dat past bij het gezegde van cineast Peter Greenaway die meent dat het in de hemel een en al verveling is, maar dat er in de hel interessante dingen gebeuren.

Het is niet maar één filmgenre waarin De Hel voorkomt. Je vindt die terug in historische films, in actiefilms, documentaires en in teken- en animatiefilms.

In de beeldende kunst werd het werk van Dante al gebruikt door bijvoorbeeld de schilder Sandro Botticelli en door Michelangelo. Tekeningen die Gustave Doré maakte als illustratie bij een uitgave van de Komedie werden de basis voor de enscenering van de hel In de uit 1911 daterende Italiaanse film “Inferno”, een film met -voor die tijd- fantastische trucages.

In 1944 werd in de VS de film Go Down Death gemaakt, waarin delen van de film uit 1911 werden ingepast. Die waren wat techniek betreft toen dus nog steeds actueel.

We kregen nog veel andere passages te zien -de een wat spectaculairder dan de ander- maar steeds was het werk van Dante daarin heel herkenbaar. Die delen kwamen onder meer uit de volgende films; Inferno (1911-Italie), Dantes Inferno (1924-USA), Go Down Death (1944-USA), The house that Jack built (2018-Lars von Trier), Behemoth (2015-Zhao Lioang), ATV Dante (1989-Peter Greenaway).

 

Peter Rawie

Presentatie vertaling Pierre Kemp

IMG_6301.jpg

Een samenwerking van de Pierre Kemp Stichting en Dante Alighieri Maastricht werd afgerond met de presentatie van een Italiaanse vertaling van (een deel van) de gedichten van Pierre Kemp.

De Limburger plaatste hier een mooi artikel over dat u hier kunt lezen en wat sfeerfoto's  gemaakt door Marian Kuiper vindt u hier.

Een leuk stukje van Ad van Iterson in de VIA Maastricht kunt u hier nog eens lezen.

Fabiana Dammers

IMG_0357 Groot.jpeg

De Italiaans-Nederlandse singer-songwriter Fabiana Dammers groeide op in IJmuiden met haar Italiaanse moeder en Nederlandse vader. Mede door haar tweetalige opvoeding kreeg ze de melodische schoonheid van de Italiaanse taal mee. Zij won in 2008 als prille muzikante de jury- en publieksprijs van de Grote Prijs van Nederland in de categorie ‘Singer-Songwriter’ en studeerde vervolgens als zangeres af aan het Conservatorium van Amsterdam, waar ze onder andere les kreeg van Mathilde Santing. In 2010 startte Fabiana met haar studie Italiaanse Taal en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze in 2013 cum laude voor afstudeerde. In 2015 voltooide ze haar Italiaanse literatuurmaster waarin ze de rol van Dante’s ‘Divina Commedia’ onderzocht in de populaire cultuur, met nadruk op de muziek. Sindsdien treedt de singer-songwriter op door het hele land met haar muziek. Folky popsongs met inhoud en een dijk van een stem kenmerken Fabiana. Vanavond bracht Fabiana haar Italiaanstalige repertoire ten gehore brengen. Dit bestond uit eigen werk en herkenbare songs uit de periode van 1960 tot 2022. De locatie, de Dominicaner boekhandel, was dankzij de akoestiek een perfecte voor dit geweldige optreden.

Wie haar nog eens wil horen en zien kan op youtube zoeken naar fabianadammersmusic.

De Acht Bergen

378fbf9_w600_deachtbergen.jpg

Op 19 april was de grote zaal van Lumiere helemaal gevuld voor deze meeslepende verfilming van de gelijknamige bestseller van Paolo Cognetti over de bijzondere vriendschap tussen stadsjongen Pietro en Bruno, een jongen uit de bergen.


De twaalfjarige Pietro woont in de grote stad, maar de zomers brengt hij met zijn ouders door in de bergen, waar hij bevriend raakt met Bruno, de enige jongen in het dorp. Hun relatie wordt echter verstoord als Pietro’s vader Bruno wil meenemen naar de stad om hem naar school te laten gaan. Niet alleen Pietro verafschuwt het idee dat Bruno een stadsjongen wordt, ook Bruno’s vader is mordicus tegen.


Twintig jaar later zijn ze verschillende wegen ingeslagen: Pietro heeft de wereld rondgezworven als documentairemaker, terwijl Bruno in de bergen is achtergebleven. Als Pietro terugkeert naar de bergen om een oude hut te renoveren, krijgt hij ook opnieuw contact met Bruno.


Deze zacht meanderende, weemoedige film is een ode aan de vriendschap, maar gaat ook over relaties en het vermogen tot liefhebben. De film is geregisseerd door Felix van Groeningen (DE HELAASHEID DER DINGEN, BEAUTIFUL BOY) en zijn partner Charlotte Vandermeersch, die eerder al meeschreef aan het scenario voor THE BROKEN CIRCLE BREAKDOWN. (av)

De kerstgedachte bij Franciscus van Assisi

foto kerstkribbe bij lezing.jpg

Woensdagavond 14 december 2022 kwamen, ondanks de kou, ruim 30 leden af op de lezing door Diederik Schönau onder de titel: Kerstgedachte bij Franciscus van Assisi. Dit in de toepasselijke ambiance van de Dominicanen boekhandel.

Diederik Schönau bleek een aangename verteller die de aanwezigen soepel meenam in de geschiedenis van het leven van Franciscus en het ontstaan van de traditie van de kerststal. Hij deed dit aan de hand van beelden van het Franciscus retabel in de Santa Croce in Florence en de fresco’s van de Franciscus-cyclus door Giotto in de kerk van Assisi.

Over het leven van Franciscus bestaan twee belangrijke geschriften. De levensbeschrijving door Thomas van Celano, opgesteld 2 jaar na het overlijden van Franciscus in 1228, bij gelegenheid van diens heiligverklaring. Hierop lijken de afbeeldingen in Florence te zijn gebaseerd.

De tweede is de beschrijving door “Bonaventura”, die uit 1263 dateert. Bonaventura was toen een belangrijk persoon in de Franciscaner orde die inmiddels onder directe invloed van de kerkelijke leiding stond. De werken van Giotto lijken te zijn gebaseerd op het relaas van Bonaventura.

Waarschijnlijk heeft de eerste beschrijving, die pas in de 19e eeuw werd teruggevonden, een hoger waarheidsgehalte dan de latere door de Kerk goedgekeurde beschrijving en dat geldt dan ook voor de twee genoemde afbeeldingen.

Franciscus was geen kerkelijk functionaris, maar een gelovige die het Christelijk geloof wilde terugbrengen naar haar wortels: leven als Christus, zonder bezittingen en als prediker die het geloof verspreidt.

In de hoedanigheid van prediker ging Franciscus mee op een van de kruistochten en belandde zo in Egypte. Daar merkte hij dat de Islam dezelfde god eert als het christendom en dat beide geloven dezelfde waarden aanhangen. Daarom vond hij het niet meer verantwoord om het christelijk geloof naar Jeruzalem en Bethlehem te brengen ten koste van de levens van de bestreden Islam-gelovigen.

Het is waarschijnlijk vanuit die gedachte dat Franciscus in 1223 besloot om ter gelegenheid van Jezus’ geboortedag Bethlehem naar Italië te brengen. Hij deed dit door bij het plaatsje Greccio, waar hij toen verbleef, buiten in het bos de stal van Bethlehem na te bootsen met daarin een levende os en ezel. Die gelegenheid werd tot een wonder, toen een van de aanwezigen meende te zien dat een levenloze baby die daar in de kribbe lag tot leven kwam onder invloed van Franciscus.

Zo ontstond de ook nu nog over de gehele wereld in ere gehouden traditie van het oprichten van een levensgrote of miniatuur kerststal in de dagen voor kerst.

 

Peter Rawie

Het Italiaanse experiment

pepijn_edited.jpg

Op woensdag 16 november 2022 kwamen 44 leden naar de Dominicanen boekhandel om daar de lezing te volgen die werd gegeven door Arthur Weststeijn, historicus en schrijver en mede-auteur van het boek “Het Italiaanse experiment”.

Met dat boek als uitgangspunt nam Arthur ons mee door de Italiaanse landelijke politiek van de afgelopen 100 jaar.

Het beeld over Italië is de laatste decennia weinig positief en Italië werd in de periode onder Berlusconi, tijdens de kredietcrisis van 2008-2010 en ook recent nog gezien als een bedreiging voor het Europese project. Italië dat ooit toonaangevend is geweest (Romeinse Rijk, Renaissance), zit nu in een constant dalende lijn is het algemene beeld.

Het Engelse tijdschrift The Economist gebruikte haar voorpagina vele maken om op de risico’s van Italië te wijzen. In en buiten Italië werden de nationale politici wel als clowns aangeduid.

Met een andere blik op de geschiedenis kan echter ook worden gesteld dat de Italiaanse politiek al heel lang voorloopt op politieke ontwikkelingen elders in de Westerse wereld.

In 1922 begon de opkomst van Mussolini. Met nog geen 6% van de zetels in het parlement wist hij het tot premier te brengen en vanuit die positie het totalitaire experiment te beginnen. Opvolging kreeg hij in Duitsland, Spanje en Portugal en later op veel andere plekken in de wereld.

Na de Tweede wereldoorlog ontwikkelde zich in Italië een parlementair stelsel waarin een paar grote volkspartijen leidend waren. Daarbij maakte “de partij” de dienst uit zonder veel inspraak van individuele partijleden.

Ook dat experiment kreeg opvolging in andere landen. Ook in Nederland.

Het experiment eindigde toen de Christen Democraten en de Communistische partij in 1977 het “historisch compromis” sloten en afspraken elkaar niet meer te bestrijden, maar samen te werken. Daaruit volgde dat deze politieke kaste de rest van Italië buitensloot en alles ging bepalen. Dit leidde tot veel kritiek en uiteindelijk in 1978 tot de moord op de Christen Democraat Aldo Moro. Waarna de neergang van deze volkspartijen begon.

Een soortgelijke situatie zagen wij in Nederland in de jaren ’90, toen rechts en links gingen samenwerken in een Paars kabinet. Ook hier bleef na een aantal jaren van deze samenwerking politiek niet veel meer over en eindigde dat experiment ook hier.

 In de jaren ’80 bracht de socialist Craxi het persoonlijke weer terug in de Italiaanse politiek, maar hij bleek zijn invloed te gebruiken voor eigen belang en werd uiteindelijk veroordeeld voor grootschalige corruptie.

Toen kwam in 1994 Berlusconi in beeld met een verkiezingsoverwinning die hij bereikte door de invloed die hij met zijn media-imperium kon uitoefenen. Bij dit populistische experiment ging het weer om de persoon in plaats van om de partij. Een “directe” band tussen de leider en het volk. Bij verkiezingen bracht hij geen programma uit, maar hij ging op de televisie een “contract” aan met de Italianen. “Als jullie mij kiezen, zorg ik voor een betere toekomst”. Ook dit experiment mislukte toen het gedrag van Berlusconi uiteindelijk niet meer geaccepteerd werd.

Ook het populistische experiment kreeg elders opvolging. Zie Donald Trump, zie de chaos in Groot Brittannië rond en na de Brexit, zie Orban in Hongarije en zie Polen onder de PiS partij.

Na Berlusconi volgde een politiek zeer instabiele periode. Veel verkiezingen en verschillende regeringen en met 10 jaar lang premiers die zelfs niet op de kieslijsten hadden gestaan.

Ook het experiment van een samenwerking tussen de linkse 5-sterren beweging en de rechtse Lega was geen lang leven beschoren.

Arthur Weststeijn beschouwde voor ons ook het nu in het najaar van 2022 begonnen -nog niet in het boek beschreven- nieuwste experiment onder premier Giorgia Meloni, die bijna vanuit het niets, bij de verkiezing in september 2022 haar partij Fratelli d’Italia de grootste zag worden.

Ook dit lijkt weer een experiment te zijn. Ze is gedwongen om samen te werken met de partijen van 2 andere zeer uitgesproken persoonlijkheden, Berlusconi van Forza Italia en Salvini van de Lega. Alle drie rechts en populistisch, maar geen vrienden van elkaar.

Meloni begint haar premierschap met een aantal lastige problemen.

Ze wordt niet helemaal vertrouwd vanwege haar fascistische achtergrond, die blijken uit het logo van haar partij en een paar van de gebruikte leuzen. Desondanks lijkt zij niet anti-parlementair te zijn en ook geen totalitaire oogmerken te hebben.

In haar regering nam zij om vertrouwen te winnen een paar oudgedienden op uit de regeringen van zowel Berlusconi als Draghi en ze lijkt geen breuk met de EU na te streven, wat weer niet zo gek is gezien de enorme som geld die de EU aan Italië heeft toegezegd uit het coronaherstelfonds.

Waar Meloni ook mee te maken krijgt is een economische stagnatie met als kenmerken:

  • Het BNP per persoon steeg van 1945 tot 2000 van $ 5.000 naar $ 35.00, maar is nu weer terug op circa $ 30.000.

  • De staatsschuld bedraagt 160% van het BNP per jaar.

  • De overheidsinvesteringen in voor de gewone mensen belangrijke sectoren zoals Sociale Zekerheid en Gezondheidszorg zijn in vergelijking met andere landen erg laag.

  • Een Fuga dei cervelli, in goed Nederlands een “braindrain”. Jonge talentvolle en goed opgeleide Italianen zoeken hun toekomst elders.

Een interessante en zeer informatieve lezing die door alle aanwezigen erg op prijs werd gesteld.

Het boek “Het Italiaanse Experiment” is verkrijgbaar bij de Boekhandel Dominicanen in Maastricht.

Peter Rawie

Caravaggio-lezing 26 oktober 2022

caravaggio.jpg

Marc Permeke houdt zijn lezing voor een publiek van 31 toehoorders.

Aan het begin van zijn presentatie verwijst hij naar het boek “Caravaggio” van Andrew Graham; de ondertitel van het boek is; ‘een leven tussen licht en duisternis’. Deze ondertitel is een mooie metafoor voor zowel het artistieke vernieuwende concept van “schilderen met het licht”, alsook van het indrukwekkende korte stormachtige leven van Michelangelo Merisi da Caravaggio; 1571 – 1610, geboren te Milaan.

Hij werd slechts 39 jaren oud.

Marc Permeke is een boeiende spreker; op een aangename rustige toon vertelt hij zowel over het leven en werk van Caravaggio, maar ook schets hij een verhelderend beeld van de maatschappelijke ontwikkelingen in de 16e eeuw van Italië.

Dit langgerekte land heeft Caravaggio , van noord tot zuid, tot en met de eilanden, bezocht. Aangetrokken tot nieuwe contacten voor opdrachten, zowel verleend door religieuze hoog waardigheids bekleders, waaronder de latere paus, kardinaal Del Monte alsook door particuliere opdrachtgevers zoals de familie De Medici en de familie Sforza.

Hij genoot zijn schilders opleiding bij Simone Peterzano en bij Cesari d ‘Arpino.

Waarom kennen wij Caravaggio? Wat was nieuw aan zijn schilderkunst?

Zijn onderwerpen waren meestal Bijbels of klassiek mythologisch. Echter, hij plaatste alle te verbeelden thema’s in een zeer gewone huishoudelijke omgeving van ‘de gewone mensen’. Hij ontmythologiseerde daardoor de voorstelling. Zijn schilders modellen waren mannen en vrouwen uit het gewone volk, verbeeld bv aan een tafel in een kroeg. (de roeping van Mattheus 1599). Voor het dode lichaam van Maria portretteerde hij een publieke vrouw en het lichaam van Maria leek opgezwollen en ‘lijk stijf’…..

Dat werd niet alom gewaardeerd. Echter, juist nu, in de periode van de Contrareformatie (Concilie van Trente 1545 – 1563, had de kerk een grote behoefte om de gelovigen te betrekken bij haar boodschap en macht. Het door Caravaggio verbeeldde werd voor de gewone mensen identificeerbaar.

Veel geld werd aan de kunsten gegeven, de barok, bekend door de hevige emoties, vierde hoogtij. Juist in deze ‘flow’ gedijde Caravaggio geweldig. Hij had een talent om zich sterk in te leven in de psychologische emoties van de geschilderde personen. De composities van zijn schilderijen waren uiterst groots, monumentaal. Hij gebruikte als eerste schilder volledig zwarte achtergronden….dit werd zijn piste om te jongleren met het licht…. Zijn werk heeft veel schilders geïnspireerd; men noemde hen de Caravaggisten, waaronder Rembrandt van Rijn die via Gerard van Hornthorst kennis nam van deze picturale revolutie.

Caravaggio had een sterk opvliegend karakter. Een ruzie maker die het gevecht niet schuwde. In een verhevigde emotie tijdens een spel, stak hij zijn opponent dood….hij moest op de vlucht, op zijn hoofd stond een prijs. Hij zocht bescherming bij de Maltezer ridderorde der Johannieters.

Echter, ook hier vluchtte hij verder. Hij overleed ten gevolge van een ziekte,  te Porto Ercole  in 1609.

Het was een prachtige lezing, zeer boeiend en meeslepend, waarvoor onze dank! Wie de pdf van de presentatie wil ontvangen kan deze per mail opvragen bij de webbeheerder: webmaster@dante-maastricht.nl  zo kan eenieder nogmaals genieten van de afbeeldingen van deze querelende kunstenaar en groots artistieke talent, Michelangelo  Caravaggio.   

Désirée Tonnaer.

Openingslezing seizoen 2022-2023

logo_dante comitato di Maastricht.jpg

Op 14 september 2022 openden zij ons nieuwe seizoen met een door Jac van den Boogard verzorgd muziekprogramma. Als volleerd discjockey liet hij ons zo ongeveer de Italiaanse top 40 van de afgelopen honderd jaar horen. 

Onder de titel Canzonissima (de naam van een in de jaren ’60 zeer populair Italiaans TV-programma) leidde hij ons door de geschiedenis van het Italiaanse lied, dat zijn oorsprong in Napels vindt. Veel van de populaire artiesten van de afgelopen tientallen jaren borduurden voort op het Napolitaanse lied.

Het Napolitaanse lied werd overal in de wereld heel populair met artiesten uit verschillende landen die het Napolitaanse lied op hun programma zetten. Voorbeelden daarvan zijn de Nederlander Carel Verbruggen die onder zijn artiestennaam Willy Alberti veel Italiaanse of Italiaans klinkende nummers hoog op de hitparade bracht. Willy Alberti was het die Jac van den Boogard ooit voor het eerst via de radiodistributie (wie weet nog wat dat was) kennis liet maken met de Italiaanse taal. De Amerikaan Elvis Presley scoorde met “It’s now or never” een wereldhit gebaseerd is op het Italiaanse “O Sole mio”. Natuurlijk ook de Nederlander Marco Borsato die heel veel van zijn Nederlandstalige liedjes baseerde op Italiaanse originelen.

We kregen veel te horen van een lied door de destijds zeer beroemde klassieke zanger Caruso tot aan een serie op het festival van San Remo winnende liedjes.

Zo was dit een ontspannen avond die ons nog even in vakantiesferen doet blijven.

Fine Stagione 2022

logo_dante comitato di Maastricht.jpg

Onze Fine Stagione op zondag 25 april 2022 stond in het teken van de aanwezigheid van Italianen in het Limburgse en Maastrichtse leven door de eeuwen heen.

In het eerste gedeelte van deze bijzondere dag wandelden 40 van onze leden onder begeleiding van Daniela Tasca en Servé Minis langs een aantal opmerkelijke plekken in Maastricht waar de Italiaanse invloed nog zichtbaar is. Over deze wandeling staat een mooi artikel in De Limburger van 25 april 2022. Dat artikel is hieronder opgenomen.

Daarna kwamen 75 leden en genodigden samen in Grand café Soiron aan het Vrijthof. Wij waren blij met de aanwezigheid van de Italiaanse ambassadeur de heer Giorgio Novello en de directeur van het Italiaanse culturele instituut in Nederland mevrouw Paola Cordone.

Onder de enthousiaste leiding van Daniela Tasca verhaalden verschillende personen over Italianen in Limburg en Maastricht. Daniela sprak zelf over wat er nog is terug te vinden van de Romeinen, de Lombarden, de stuccowerkers uit de Laghistreek, de ijsmakers en de terrazzowerkers.

Désirée Tonnaer hield een voordracht over Maria Catherina Jagers, de Nederlandse echtgenote van de beroemde sierstucwerker Petrus Nicolaas Gagini.

Serge Langeweg van het Discovery Museum in Kerkrade sprak over hoe Italiaanse arbeiders naar Limburg werden gehaald om in de kolenmijnen te werken.

Luigi Pitzalis, een van die mijnwerkers, sprak over zijn leven in Nederland. Over hem kan op internet meer worden gelezen op de website van het Nationaal archief: https://www.nationaalarchief.nl/beleven/verhalenarchief/een-italiaan-in-rotterdam-alexander

Servé Minis sprak over de rol van de hertog van Parma in de 80-jarige oorlog en de vogelvrij verklaring van Willem van Oranje, die hier in de Soiron werd uitgesproken.

Rob Brouwers sprak over zijn grootvader, de terrazzomaker Giuseppe Lizier die zijn woning en atelier had aan de Scharnerweg.

Deze verhalen werden afgewisseld met Italiaanse liederen gezongen door de mezzosopraan Carla Regina. Zij zong voor ons zowel klassieke als populaire liederen en sloot af met het in het Italiaans gezongen “Kom met mij mee naar Maastricht” bij iedereen bekend in de uitvoering van Benny Neyman

Na afloop was er voor alle aanwezigen nog iets te eten en te drinken, terwijl men met elkaar terugkeek op een geslaagde Fine Stagione.

Ook de Limburger keek mee. Lees het artikel hier.

Carissimo Figlio

image001.png

Carissimo figlio

Woensdag 16 maart 2022 werd onze lezing verzorgd door de in Den Haag geboren Paolo Giuseppin. Uitgangspunt WAS het door hem geschreven -zeer lezenswaardige- boek “Carissimo figlio” over zijn in 1920 geboren vader Enrico. Dat boek vertelt het -in Nederland nauwelijks bekende- verhaal van Italiaanse troepen, die naast de Duitsers in Rusland vochten.

We kregen eerst een introductie in de streek Friuli waarvandaan de ouders van Enrico in 1929 naar Den Haag verhuisden. Daar woonden al flink wat Italianen. Zoveel zelfs dat er een speciale Italiaanse lagere school bestond. Na de MULO ging Enrico werken op kantoor bij de PCGD (postgiro). In 1942 werd hij, omdat hij die nationaliteit had, opgeroepen om in Italië zijn militaire dienstplicht te vervullen. In deze oorlogsjaren was er in Nederland voor een jongeman als hij niet veel te beleven. Hij zag in deze oproep een mogelijkheid om aan de dagelijkse sleur te ontsnappen en vol verwachting vertrok hij naar Italië. Op 16 april 1942 begon daar zijn rekrutenopleiding.

Al op 14 juni 1942 vertrok hij uit Italië per trein naar Rusland als een van de 235.000 Italianen van het 8e legerkorps dat uit verschillende min of meer getrainde eenheden was samengesteld, maar niet beschikte over pantserwagens, kanonnen of antitankgeschut. Het onderdeel cavalerie was er nog echt een met paarden en sabels.

Na een treinreis van 9 dagen volgde een voetmars over 1.200 km tot aan de rivier de Don waar het front tegenover de Russen lag. En toen kwam de winter en kwamen de Russen en verloren tienduizenden Italianen hun leven.

Enrico overleefde en was op 14 april 1943 terug in Italië, maar ook daar was zij oorlog nog niet voorbij.

Een opmerkelijk verhaal dat de aanwezige leden met enige verwondering hebben aangehoord. Het glas wijn na afloop was deze keer zeer welkom.

 

Carissimo figlio: Het oorlogsverhaal van een Haagse Italiaan

Paolo Giuseppin

Prijs: € 19,95

ISBN: 978-94-6010-066-6

Uitgever: NH De Nieuwe Haagsche

Muzikale reis door Puglia

Schermafbeelding 2022-01-27 om 20.43_edited.png

Historicus, docent Italiaans en muziekliefhebber Thomas Cole verzorgde op 16 februari 2022 in de Dominicanen boekhandel een gevarieerd en lichtvoetig programma met oude en nieuwe beelden van een aantal steden in Puglia en omlijstte die beelden met oude en nieuwe, klassieke en moderne muziek uit en over die steden. 40 leden genoten van deze eerste activiteit in 2022.

De reis begon in Vieste op het schiereiland Gargano met uit 1950 daterend beeld en geluid van de klassieke zanger Matteo Salvatore. Verder langs San Giovanni Rotondo met een lied over Padre Pio uit een oude RAI- tv serie, maar ook een lied over Pater Pio van Herman Finkers. In Foggia ontmoetten wij de operacomponist Umberto Giordano.

 Van Gravina in Puglia en Matera zagen wij plekken die voorkomen in de laatste James Bond film en hoorden wij de titelsong van die film “No time to die” gezongen door Billie Eilish.

Op deze muzikale reis werden nog veel meer plaatsen aangedaan waaronder Brindisi, waar we het lied “Felicita” van Al Bano en Romina Power hoorden, een lied dat Maastrichtenaren ook kennen van de vastelaovondzanger Fabrizio, maar dan met als titel “Sjiek is miech dat”.

In Lecce gingen we dansend door de straten met de Soul en Jazzband “Sud Sound System” uit Salento. De reis werd beëindigd in Polignano del Mare met Domenico Modugno die natuurlijk “Volare” voor ons zong.

Algemeen werd dit als een geslaagde en ontspannen avond gezien die we nu weer konden afsluiten met een glas Italiaanse wijn.

De truffelzoekers

Schermafbeelding 2021-12-01 om 10.00.57.png

Op 25 november 2021 kwamen ruim 30 leden/introducees naar onze bijeenkomst in Lumière.

Helaas kon de lezing door Kevin Toma over de filmische verbeelding van Dante’s Goddelijke Komedie niet doorgaan.

Door snel schakelen konden wij in plaats daarvan een schitterende film vertonen: “The Truffle Hunters”. 

Lumière omschrijft deze film als “Een sprookjesachtige documentaire over een groep kwieke oude mannen die diep in de bossen van Piëmonte (Italië) jagen op het duurste ingrediënt ter wereld: de witte Alba truffel.”

En sprookjesachtig was het. Schitterende beelden van het Piëmontese landschap, een paar inderdaad kwieke oude mannen, hun karakteristieke koppen, hun prachtige honden waarvan ze nog meer houden dan van het geld dat de truffels opleveren, hun bijzondere levenswijze -weg van onze moderne wereld, hun levenslust en hun absolute zelfstandigheid.

In alle opzichten een prachtige film, die nog een tijdje in Lumière te zien blijft.

La Dea Fortuna

La Dea Fortuna.jpg

Donderdag 21 oktober 2021 in Lumière hadden we de film La Dea Fortuna.

Alessandro en Arturo zijn al meer dan vijftien jaar samen. De passie is een
beetje uit hun relatie geraakt en ze overwegen uit elkaar te gaan. Dan staat
op een dag Alessandro’s beste vriendin Annamaria voor de deur. Ze is ziek
en moet een paar dagen naar het ziekenhuis en vraagt of ze op haar
dochter en zoontje willen passen. De komst van de twee kinderen zet het
dagelijkse ritme van Alessandro en Arturo compleet op de kop, maar de
verantwoordelijkheid voor de twee zorgt ook voor een onverwachte
wending in hun leven.
Regisseur Ferzan Özpetek werd geboren in Istanbul, maar verhuisde in de
jaren zeventig naar Italië, waar bij bekend werd met films als HAMAM, IL
BAGNO TURCO (1997), LA FINESTRA DI FRONTE (2003) en MINE
VAGANTI (2010). LA DEA FORTUNA was een commercieel succes in Italië
en werd bekroond met twee David di Donatello Awards (de belangrijkste
nationale filmprijs in Italië), in de categorieën beste actrice (Jasmine Trinca)
en beste originele nummer (CHE VITA MERAVIGLIOSA van de beoogde
Eurovisie Songfestival-deelnemer Diodato).

Italianen en hun  eigen aardigheden

ma-che-vuoi-emoji-620x330.png

Zoals gebruikelijk ging ook op 15 september 2021 aan de “Inizio” de informatiebijeenkomst over het nieuwe cursusseizoenen vooraf. Zo’n 25 geïnteresseerden kregen van een aantal van onze docenten informatie over de cursussen en waar nodig een advies over hun cursuskeuze. Die bijeenkomst leverde weer een flink aantal nieuwe cursisten op.

De Inizio is de eerste culturele activiteiten van het seizoen. Deze avond was het Jac van den Boogard die het seizoen aftrapte.

Jac is lid van Dante Alighieri – Maastricht en is bij velen bekend van de cursussen en reizen die hij als cultureel historicus organiseert.

Ook vanavond ging het over cultuur, maar dan die met de kleine c en niet die met de grote C.

 

Onder de titel “Italianen en hun eigen aardigheden” vertelde Jac ons over hoe de Italiaan wordt gezien en hoe de Italiaan zichzelf ziet.

In het eerste deel van zijn relaas kwamen alle stereotype (voor)oordelen langs, in het tweede deel relativeerde Jac die weer.

 

Een aantal van zijn waarnemingen:

De Italiaan is trots op alles van zijn land, dit in de wetenschap dat er ook veel niet goed gaat in het land, maar dat ligt dan aan anderen. De Italiaan vindt zichzelf en zijn land al snel de “underdog”.

De levenskunst van de Italiaan staat buiten elke twijfel.

De Italiaan heeft een natuurlijke aanleg om te acteren en zo maken ze van alles theater.

De uiterlijke kant van het leven is erg belangrijk, La bella figura, de kunst van het imponeren en de sprezzatura, de met schijnbare achteloosheid uitgevoerde elegantie.

De familie is de belangrijkste groep mensen in iemands bestaan. Ieder van buiten de familie kan niet zomaar vertrouwd worden en dat geldt al helemaal voor alles wat overheid is. Buiten de familie vertoon je ook niet je ware gevoelens  

Italië is geen staat, maar een federatie van families.

Voor de Italiaan is spontaniteit alles. Daarom komt men ook zelden op tijd want altijd komt er even iets tussen. Weinig bijeenkomsten beginnen daarom op de geplande tijd, met uitzondering van het voetbal natuurlijk, want dat is pas echt belangrijk.

 

Zo kwamen alle typische Italiaanse gedragingen langs. Jac bracht ze met veel ironie en gaf ons daarmee ook een inkijkje in onze eigen kijk op de Italiaanse wereld.

 

De conclusie na dit verhaal kon toch niet anders zijn dan: Het Italiaanse leven is Grandioso en vol levenskunst.

Zo werd het een luchtige en amusante avond die we afsloten met een glas Italiaanse wijn voor alle aanwezigen.

Michelangelo Antonioni

L'eclisse.png

Webinar 12 mei 2021.

Voor onze leden werd er deze avond een webinar gehouden waarin filmjournalist Kevin Toma (o.a. werkend voor de Volkskrant) voor ons een lezing gaf onder de titel “Mensen, objecten en ruimtes in het werk van Antonioni”

Kevin Toma stelde dat het werk van Antonioni vooral ook filosofisch is. Hij probeert de toeschouwer in een nieuw contact te brengen met alledaagse zaken zoals, liefde, mensen en objecten, materiele en immateriële zaken en de zin van het bestaan. Zijn films hebben niet allereerst een amusementswaarde maar geven zonder uitleg en met weinig tekst een filosofische kijk op onze wereld.

Tot 1945 was de Italiaanse cinema vooral gericht op het vertellen van mooie verhalen die zich afspeelden in de hogere klasse van de samenleving, een soort droombeelden. Na 1945 kwam de Italiaanse cinema onder invloed van het neo-realisme waarbij het werkelijke leven van de gewone man het onderwerp was. Antonioni speelde hier een grote rol in.

 

Onder vertoning van diverse filmfragmenten werd ons aangereikt welke boodschap Antonioni in zijn films legde:

  • De kleinheid van de mens door hun plaatsing in groot in beeld gebracht landschappen, bouwplaatsen, fabrieksterreinen, wegenstelsel en architectuur, waarbij de positie van de acteurs shot voor shot zeer nauwkeurig werden bepaald voor het beste beeldeffect.

  • Het isolement van de mens, als in gevangenschap, in kamers, trappenhuizen en in lege straten.

  • Objecten, grote en kleine, lijken in zijn films zelf een rol te spelen waarmee de rol van de acteurs, de mens, minder belangrijk wordt.

 

Een heel boeiende lezing waardoor wij straks, al de bioscopen weer opengaan, met een andere blik naar de beeldregie van films zullen kijken.

 

Peter Rawie

Venetie is een vis

Venezia e un pesce.png

Inizio Stagione  15 september 2020 / lezing VENETIE IS EEN VIS , door Claudia Campagna.

Lezing;

 

Sociëteit Dante Maastricht beleefde op de avond van de Inizio Stagione enkele primeurs;

De lezing werd voor het eerst via Webinar voor alle leden online toegankelijk gemaakt, we verblijven in een prachtig verbouwde StayOkay en maken, via de lezing, kennis met onze nieuwe docente Claudia Campagna.

 

In de zaal waren 38 geïnteresseerden aanwezig, via Webinar keken nogmaals 30 belangstellenden mee; aldus, in coronatijd een mooi aantal.

 

Het gehele bestuur van Dante en drie docenten, Concetta, Claudia en Mieke waren aanwezig. Docente Mieke vertelde namens de docenten over het curriculum van de taalcursussen. Docenten stelden zich persoonlijk voor aan de aanwezigen.

Voor de taalcursussen belangstellenden kregen ruim de tijd om met docenten te praten om in te schatten welk leerjaar geschikt is, gerelateerd aan het taalkennis niveau.

 

Annette stelt de spreker van vanavond voor; Claudia Campagna, tevens onze nieuwe taaldocente.

Claudia is geboren in de omgeving van Venetië, de stad waarin zij vele jaren als dierenarts  werkte. De liefde lokte haar uiteindelijk naar Maastricht.

Een stad die paralellen heeft met Venetië; klein, historisch, zelfbewust, mooi en chauvinistisch …..plus, we beleven allen de carnaval, het moment waarop maskers ons een tijdelijke vrijheid geven.

 

VENETIE IS EEN VIS, Claudia Campagna.

 

Leidraad voor deze lezing is het boek ‘VENEZIA E UN PESCE’ van Tiziano Scarpa;

Het is een stadsgids, maar zonder lijsten met restaurants, bars, ijssalons of monumenten, maar juist met verhalen.

Elk hoofdstuk van het boek heeft een deel van het lichaam als titel, omdat dit voor de auteur de beste manier is om deze stad, die tussen hemel, aarde en zee is, te leren kennen middels de zintuigen.

De opdracht om deze, wellicht poëtische missie door te geven is absoluut aan Claudia besteed; in haar performance refereert ze aan een noodzakelijke specifieke mentaliteit en attitude van de luisteraars,  die voorwaardelijk is om de sensitieve tocht door de parel in de lagune te maken.

Claudia neemt ons mee, onze zintuigen zijn onze gids.

Het ruiken, voelen, smaken, praten, stil zijn, allen aspecten die onze herinnering aan een stad bepalen. Het is ons sensitieve geheugen dat boven de rationaliteit staat.

 

De plattegrond van de stad Venetië heeft de vorm van een vis.

 

Claudia vertelt gepassioneerd over bijzondere eigenaardigheden van Venetië;

Straatnamen zijn typisch voor een stad die door velerlei kanalen is dooraderd;

Calle, Salizada, Ruga, Lista, Sotoportego, rio terra, fondamenta, canale, ponte, corte en campiello….je komt het veelal in Venetië tegen.

Huisnummers zijn bepaald door de bouwdatum.

Venetië is een aaneen klitting van grote en kleine eilandjes,; dicht bij de stad liggen San Michele (hier is het kerkhof van de stad waarop bekenden uit het verleden begraven zijn, bv  Stravinsky) , San Erasmo, San lazzaro deglo Armeni waarop de indrukwekkende kloosterbibliotheek is gehuisvest. De oudste kerk van Venetië staat op het eiland Torcello; de Santa Maria Assunta, een zesde eeuwse Byzantijnse kerk met prachtige mozaïeken over Het laatste Oordeel uit  de Apocalyps van Johannes.

 

Overdag is Venetië een door toeristen totaal ontwrichte kwetsbare stad in nood.

Door corona zijn er geen cruiseschepen, even kan de vis ademen.

Het eeuwenoude gevecht tegen steigend water, verontreiniging van water door het ontbreken van een rioleringssysteem en door chemische industrie, blijven een bedreiging voor deze historische stad.

In 2003 werd een zware stalen wand ter afsluiting van de zee, aangebracht; de MOSE  (modulo sperimentale elettromagnetico).

Deze is te duur in gebruik……hij ligt te roesten. Het management van dit project was corrupt.

 

Zijn we beland in de stilte van de stad, wordt deze onderbroken door het geluid van klokken uit 128 kerktorens.

Een ander geluid is het noodgeluid van sirenes bij overstromingen.

Aan de hoogte van het geluid herkent men de hoogte van de te verwachten overstroming.

Vele ratten van de stad (ooit geïmporteerd vanuit Constantinopel, alsook de pest)  worden streng gevolgd door uit Dalmatië  geïmporteerde katten.

 

Veel woorden in de Italiaanse taal vinden overigens hun oorsprong in het dialect van Venetië.

Over de schoonheid van de vele stadspaleizen met de loggia’s , binnenhofjes, gekleurde gevels, bruggen, kerken en pleinen,  we hoeven het niet te noemen.

Onze onbevangen doling door de stad duurt voort.

 

Al borrelend kan men heerlijke ‘stuzzicchini’ bestellen, vergelijkbaar met de Spaanse tapas.

 

Onze voeten, benen en handen leidden ons om  uiteindelijk aan te komen bij ons hart.

Daar ontmoeten we het hart van Claudia dat rijkelijk gevuld is met passie voor háár stad.

 

 

 

Desiree Tonnaer.

Testaccio

fotowebinarsandrinab.jpg

Webinar ‘Testaccio’ - de onderbuik van Rome - door Sandrina Bokhorst van Persoonlijk Rome

Datum 25 maart 2021

 

Sandrina Bokhorst geeft ons met dit webinar een virtuele tour door de wijk Testaccio. De wijk is authentiek: ze leeft, groeit, verandert maar altijd is een rode draad zichtbaar; ze behoudt haar eigen identiteit. De geschiedenis van de wijk speelt zich niet af in de grote mannen-geschiedenis, de geschiedenis van de keizers en pausen, maar juist in de marges ervan. Testaccio is niet elegant of groots te noemen, maar heeft een populaire, anti-autoritaire cultuur.

De wijk ligt in het zuiden van Rome in de bocht van de rivier de Tiber. Ze is nu een hippe wijk met een rasterpatroon aan straten en een groene berg t.w. de Monte Testaccio.

In de oudheid vond er veel handel langs de rivier plaats. Ze had een verbinding met de haven in Ostia. Om de opslagcapaciteit te vergroten om zo Rome te bevoorraden bouwde men een nieuwe haven met opslagruimte: het Emporium. Bij dit complex waren ook de kantoren van de havenautoriteiten. Daarnaast werd het Porticus Aemilia gebouwd, 500 x 60 meter. Stukken van de gevels zijn nog steeds zichtbaar. Een ander markant gebouw is de Piramide, gebouwd door Gaius Cestius, die in Egypte geweest was als verantwoordelijke voor de graantoevoer vanuit dit land.

Testaccio kent een heuvel, de Monte Testaccio, die geheel opgebouwd is uit kapotgeslagen amforen van 30 liter. De restanten van de amforen werden keurig netjes opgestapeld. Testa betekent ‘scherf’ in het Latijn. In de 2e helft van de 3e eeuw stopt de aanvoer van de scherven mogelijk door de bouw van de Aureliaanse muur. Porta Ostiense heet nu Porta San Paolo genoemd naar het graf van San Paolo, dat dan gebouwd wordt.

De Monte Testaccio wordt een Golgotha voor paasprocessies en Carnaval. Er vinden spelen plaats met een toernooi-achtig karakter. Veel Romeinen hadden een wijngaard in de wijk. Er waren gemeenschappelijke weidegronden, prati; bij ons ‘meent' genaamd. Door abusievelijke (illegale) bouw verdwijnt dit prati-karakter. Testaccio bevat ook een cimitero acatolico. Dit is een prachtige plek waar o.a. John Keats en Joseph Severn begraven liggen.

In de 17e eeuw ontdekt men grotten in de berg. Een ideale plek gezien de temperatuur voor wijnopslag. De paus geeft toestemming voor dit gebruik. Jaarlijks vinden er in die tijd de ottobrale feste romans plaats. Er wordt gedronken en geflirt. in die tijd ontstaat ook de volksmuziek, de stornelli. De muziek is een soort vraag- en antwoordspel tussen meisjes en jongens. Ook wordt er gedanst, de sartarello.

In 1870 wordt Rome hoofdstad van Italië. Het wil haar achterstand op industrieel gebied inhalen. Testaccio wordt als locatie gekozen voor een slachterij, de mattatoio. Er werken veel mensen in de slachterij. Dat maakt woningbouw noodzakelijk. De bordjes Lotto (kavelnummer) op de huizen zijn nog steeds aanwezig. De huizen hadden geen voorzieningen, de leef- en woonsituatie was slecht. Er kwamen hervormers zoals Domenico Orano die zich het lot van deze mensen aantrok. Samen met hen zorgde hij voor scholen, vervoer, verenigingen enz. Ook kwam er opvang (casa dei bambini) voor kinderen, opgezet door Maria Montessori die zich om het lot van deze kinderen bekommerde. Hier werd de basis gelegd voor zelfvoorzienend- en zelfredzaamheid.

In de grotten, de wijnkelders, van de berg komen osteria. Eigenlijk betekent dit dat men een glas wijn bij het zelf meegebrachte eten kreeg. De arbeiders werden in slachtafval (quinto quarto) uitbetaald en dat moest ergens bereid worden. De woningen zelf hadden geen keuken. Dus ging de gewone man ‘uit eten’. De vera cucina romana ontstaat.

In 1909 komt er een sociaal democratisch stadsbestuur. De industrie wordt geschrapt. De sociale woningbouw verbetert en er is aandacht voor de architectuur. Er komen grote binnenhoven bij de appartementsgebouwen, die een sociale functie hebben. In 1910 wordt de eerste kerk gebouwd in de voorheen antikerkelijke wijk. Er ontstaan sportverenigingen. Ook wordt AS Rome opgericht en een stadion gebouwd. In de jaren ’30 en ’40 zijn de fascisten aan de macht. Een belangrijk bouwwerk uit die tijd is het postkantoor aan de Via Marmorata, een voorbeeld van rationalistische architectuur. Na de oorlog in de jaren ’70 en ’80 verandert de wijk. Er is veel drugscriminaliteit in de clubs rond de berg. De wijk raakt in verval en heeft een slechte naam. Dan sluit ook nog eens het slachthuis zijn deuren. Maar een kenmerk van de wijk is om er toch weer samen uit te komen. Nu is de wijk een magneet voor jongeren en creatievelingen. Het oude slachthuis is in ere hersteld en biedt nu ruimte voor een museum voor moderne kunst, ateliers, de universiteit, de muziekschool, dans enz. Er is veel street-art en door de bouw van een markt is de wijk uitgegroeid tot een food district. Maar nog altijd vind je in de restaurantjes rond de berg de zichtbare sporen van de berg, opgebouwd uit de scherven van de amforen. En een wijk zonder plein kan natuurlijk niet dus er is een Piazza Testaccio, waar men elkaar ontmoet gezeten op een bankje of bij de fontein.

Als Pelgrim onderweg naar Rome

LEZING ALS EEN PELGRIM NAAR ROME.JPG

Woensdagavond 28 oktober 2020 waren 25 leden in de ruim ingedeelde zaal van Stayokay aanwezig bij de door Hans Driever gegeven lezing “Als pelgrim op pad naar Rome”. Nog eens 21 personen volgden de lezing via de een rechtstreekse “Zoom”-verbinding”, zodat we ondanks de corona beperkingen eigenlijk toch een volle zaal hadden.

Hans Driever vertelde een enthousiast verhaal over een tweetal lange afstandswandeling met bestemming Rome die hij heeft gemaakt en vertoonde daarbij beelden van landschappen, steden, dorpen en kloosters op die routes.

Eén van de routes staat bekend als de Via Francigena (de Frankenroute) en was in de Romeinse tijd de meest rechtstreekse route van de Noordzee naar Rome. Die route werd in het jaar 990 gebruikt door bisschop Sigeric van Canterbury om in Rome zijn bisschopsmantel in ontvangst te nemen. De route werd door hem beschreven en daarop is de Via Francigena nog steeds gebaseerd. Ook Emo, abt van het Groningse klooster Bloemhof, reisde langs deze route naar Rome. Dat was in 1211 en ook hij beschreef deze reis. In 2017 liep Hans Driever deze route en vertelde ons vanavond over de etappes tussen Lucca en Rome een afstand van 410 kilometer.

Opmerkelijk vond hij, dat je overal langs deze route als pelgrim wordt herkend en erkend, ook als je er zelf geen religieuze bedoelingen bij hebt. Soms krijg je ergens het traditionele stuk brood, een andere keer word je uitgenodigd voor een hele maaltijd. Deze vooral landelijke route brengt de wandelaar, zoals ook al eeuwen geleden via de oude stadspoorten de steden binnen en dat was steeds een mooie ervaring. Na Siena zie je het landschap duidelijk veranderen. Van het karakteristieke Toscaanse landschap loop je dan door een weidser gebied richting Rome, waar je over de Via Trionfale binnen komt. Het voelt ook als een triomf om zo de stad te hebben bereikt en nog maar tot aan de Sint-Pieter te hoeven lopen voor je laatste pelgrimsstempeltje en de bijbehorende oorkonde. Met een beetje geluk pak je dan gelijk de pauselijke zegen mee.

De tweede route die Hans liep en ons beschreef was de Franciscaanse voetreis. Dat is een route van Firenze naar Rome die vanaf 1995 werd uitgezet door de Nederlander Kees Roodenburg. Die route wordt nog steeds onderhouden en kan worden gelopen aan de hand van een gids die kan worden besteld via de website https://www.franciscaansevoetreis.nl/

Deze route is met 565 kilometer wat langer dan de route vanaf Lucca, dat komt omdat deze route leidt langs allerlei plaatsen waar Sint Franciscus zijn sporen heeft achtergelaten, zoals Assisi en Spoleto. Deze route is bergachtiger en dus wat zwaarder, maar heeft ook een wat meer religieus accent, vanwege de vele Franciscaner kloosters en kerken die je tegenkomt en die vaak ook de plaats van overnachting zijn. Deze route eindigt bij het monument voor Sint Franciscus dat tegenover de kathedraal Sint Jan van Lateranen staat.

Lange afstandswandelen is zoals Hans Driever vertelde steeds weer een fijne ervaring. Gedurende de tocht ben je heel erg in het hier en nu en laat je veel ballast van het normale leven achter je.

En voor iedereen met goede knieën en schoenen is het te doen. De eerste dagen zijn misschien nog wat zwaar, maar van dag tot dag word je sterker en gaat het lopen makkelijker. Hij beveelt het ons allemaal zeer aan, ook als je dat binnen Nederland zou doen, waar ook veel lange afstand routes zijn uitgezet.

bottom of page